De modernisering van Brussel
Stanislas Jasinski
© CIVA Collections Brussels
Vanaf het begin van zijn carrière als architect heeft Stanislas Jasinski (1901-1978) plannen om Brussel radicaal te moderniseren. 'De stad met het verrotte hart' moet het voorwerp worden van een groot afbraak- en wederopbouwprogramma, bedoeld om plaats te bieden aan het nieuwe transportmiddel dat de ruimtelijke ordening radicaal zal veranderen: de auto. De modernisering van het centrum is voorbehouden aan de nationale administratie en grote moderne openbare voorzieningen, terwijl in de groene periferie grote woonblokken in parken worden gepland.
Met uitzondering van de luchthaven van Deurne bij Antwerpen en het Bordetziekenhuis in Brussel zou geen enkel groot project van Jasinski tot stand komen en hij zou nooit de grote architect van de ‘Belgische natie’ worden die hij wilde zijn. Aan een gebrek aan pogingen zal het niet hebben gelegen: er was een project voor drie kruisvormige torens waarin de hele Belgische administratie zou worden ondergebracht, een project voor de Albertinabibliotheek, een project voor een woontoren in de Louizalaan, een project voor de herontwikkeling van linkeroever in Antwerpen, een project voor een Mundaneum als onderdeel van Expo 58, een project voor de Belgische Radio en Televisie, en tot slot een project voor het Paleis der Academiën.
Ter gelegenheid van de opening van de tentoonstelling op 23.05 presenteren CIVA en CFC-Editions het boek Stanislas Jasinski. Un architecte moderniste (1901-1978), Yaron Pesztat (dir.), Amaury De Smet, Geoffrey Grulois, CFC-Editions, Brussel 2024.
Jasinki's projecten, bestaande uit sokkels, torens en sculpturale vormen, doen denken aan beelden van futuristische steden, maar kunnen achteraf gezien ook in verband worden gebracht met de megaforms van Kenneth Frampton (1999) en met de notie bigness van Rem Koolhaas (1994).
Hoewel de grote projecten van Jasinski nooit werden gerealiseerd, zijn ze vaak voorlopers van de grote afbraak- en wederopbouwwerken van Brussel: de Noord-Zuidverbinding, de Noordwijk (Manhattanplan), de Albertina, de Louizalaan, de oprit van de snelweg E40 en de herontwikkeling van de grote erfgoeddomeinen in het zuidoosten.
Dit monumentale, omstreden oeuvre op papier blijft een vruchtbare bron van reflectie over de ongebreidelde modernisering van de stad in de 20ste eeuw, maar stelt ook het fenomeen van de verbrusseling en het dogma van de groei in vraag.
Om Jasinski's projecten beter te begrijpen in hun historische context, vergelijkt de tentoonstelling ze enerzijds met de modernisering van Brussel en anderzijds met internationale projecten die Jasinski inspireerden, met name die van Le Corbusier, Marcel Breuer en Oscar Niemeyer.